Blogs & columns
Jelle Struik
Jelle Struik
3 minuten leestijd
Blog

Keihard rustig aan doen

10 reacties

‘Ik adviseer u om een tijdje rustig aan te doen.’ ‘Luister goed naar uw lichaam.’ ‘Probeer niet over uw grenzen te gaan.’
Hoe vaak geven wij patiënten niet deze adviezen? Ik in ieder geval regelmatig. Bij veel patiënten met bijvoorbeeld een burn-out of vermoeidheidsklachten is de eerste stap om flink wat gas terug te nemen.

Twee jaar geleden zat ik zelf ineens aan de andere kant van het bureau. Na een covidinfectie herstelde ik niet goed: ik hield last van hersenmist, moeheid na geringe inspanning, prikkelgevoeligheid, slecht slapen. Ik ging het rustiger aan doen, sloeg wat vergaderingen over. Maar het ging alleen maar slechter. Ik stond moe op. Als ik mijn computer ’s ochtends aanzette, werd ik al duizelig van het felle licht. Ik was blij als een patiënt de deur weer uit was. In de loop van de dag sleepte ik mezelf steeds trager naar de wachtkamer toe en begon ik almaar langzamer te denken. Thuis ging het ook niet goed: ik kon mijn kinderen niet verdragen, ik kon geen muziek maken of luisteren. Sommige dagen was zelfs de krant lezen al te veel. Ik wilde het niet, maar ik moest het erkennen: ik had longcovid.

Ik ging langs mijn huisarts en startte met fysiotherapie en ergotherapie. Ik ging mijn grenzen respecteren, minder werken en op tijd naar bed. Als ik het zo een paar maanden zou doen, dan zou ik er wel snel weer bovenop zijn. Dacht ik. Het bleek niet waar. Toen ik ruim een halfjaar later nog niet veel vooruitgang bemerkte, begon ik me verdrietig te voelen. Ik had mijn leven behoorlijk omgegooid, maar het was blijkbaar niet genoeg.

Ik startte bij een psycholoog. Ik moest accepteren. Geen nieuwe deadlines stellen waarop ik weer helemaal ‘de oude’ zou moeten zijn. Ik moest niet zo streng zijn voor mezelf. Ik moest goed luisteren naar wat mijn lichaam me vertelde. Maar ja, om 10 uur ‘s ochtends vertelde mijn lichaam dat ik naar huis moest gaan. Maar ik had nog een hele rij patiënten in mijn agenda. Moest ik die nu gaan afbellen dan? Dat was wel een behoorlijke drempel. Toch maar even doorduwen en het ochtendspreekuur afmaken. ’s Avonds zat ik dan uitgewrongen op de bank.

Het bleek helemaal niet makkelijk om echt naar mijn lichaam te luisteren, om altijd als eerste weg te gaan als ik met vrienden afsprak of om überhaupt niks af te spreken omdat het te veel energie kostte. Het was moeilijk om mijn telefoon links te laten liggen en niet meer intensief te sporten, omdat dat me een dagenlange terugslag kon geven. Het was niet leuk om steeds nee te zeggen als school hulpouders zocht voor schoolreisjes of de voetbaltraining. Het ochtendritueel met de kinderen liet ik ook al een tijd aan mijn vrouw over. Dat was stiekem niet zo heel erg, maar ik moest wel mijn best doen me daar niet schuldig over te voelen. Het was lastig om mijn bestuursfuncties op te zeggen en mijn band te vertellen dat ik voorlopig niet meer achter de piano zou zitten. Ook kon ik me beter niet meer al te intensief in gesprekken mengen en wie mij kent, weet hoe moeilijk ik dat vind.

Wat het nog ingewikkelder maakte, was de onvoorspelbaarheid. De ene week gingen bepaalde dingen prima, de andere week weer niet. Een terugslag was pas een dag ná een activiteit merkbaar en dan was het al te laat. Het was dus zaak om te anticiperen, om vooraf zodanig in te schatten hoe iets zou uitpakken, dat ik de keuzes maakte die goed voor me waren. Heel moeilijke keuzes. Ik moest nieuwe manieren gaan vinden om mijn tijd in te vullen. Wegblijven van stress. Weg van de actiemodus. Heel veel herstelmomenten. Podcasts, talloze podcasts. De krant. Lego. Pilates. Zitten. Slapen. En ook: blij zijn met de goede keuzes die ik daarin maakte omdat het nodig was en me niet te veel aantrekken van wat anderen er vervolgens van zouden vinden.

Twee jaar na de oorspronkelijke diagnose realiseerde ik me dat ik nog veel te vaak over mijn grenzen heen gegaan was. Rustig aan doen en naar mijn lichaam luisteren bleek heel hard werken. Zo makkelijk als ik het vond om dit advies te géven, zo moeilijk bleek het om het in praktijk te brengen. Ik besloot dat ik vanaf dat moment alles op alles zou zetten om te herstellen, met alle discipline die daarbij hoorde. Mijn nieuwe motto werd: keihard rustig aan doen!

Meer van Jelle Struik
  • Jelle Struik

    Jelle Struik is sinds 2012 huisarts in Rotterdam West. Ook geeft hij les aan het Erasmus MC.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M.D. Oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Beste Jelle
    Ik vind dat je je er erg dapper onder houd, maar wat een hard gelag.

    [Reactie gewijzigd door Oosterhoff, Menno op 26-06-2024 19:55]

  • E.J.W. Keuter

    neuroloog, Aruba

    Beste collega Linders, Als collega Kaandorp stelt dat het onze wilskracht is, die ons nekt tijdens een dergelijk moeilijk revalidatieproces, denk ik dat dat niet alleen een rake observatie is, maar ook heel goed bedoeld. Dat dan te zien als het legge...n van de schuld bij de patiënt getuigt van een interpretatie gekleurd door boosheid. Laat het los. Het helpt niet. Gaslighting gebeurt binnen relaties met narcistische personen. Dat staat ver af van onze discussies hier. Ik denk dat u de term inzet om uw boosheid richting mij te kanaliseren. Dat hoeft niet. Wij hebben geen relatie.

  • Anil van der Zee , Amsterdam

    Zeer herkenbaar stuk. Goed alle symptomen en beperkingen omschreven. Dank je wel! In mijn tijd toen ik na een CMV-infectie ziek werd - 17 jaar geleden - werd ook eerst rust geadviseerd maar al snel moest ik aan de (binnen de grenzen) graded activity/...exercise therapie. We zien dat bij long-COVID ook nog te vaak zo. Uiteindelijk zelf wel aangevoeld dat pacen de beste optie was. De graded activity/exercise maakte me slechter, het pacen stabiliseerde het enigszins, maar geen van beiden zorgde voor genezing.

    Jammer genoeg was ik toen nog niet op de hoogte van het feit dat CGT/GET op basis van het opbouwen van activiteiten schadelijk kan zijn. Gelukkig wordt daar op internationaal niveau steeds meer afstand van genomen.

    https://docs.google.com/document/d/1PXVogxByHN60T0ZkQTW7yc-ImH5HzxKTdF9QUI6WT8U/edit?usp=drivesdk

    Keihard rustig aan doen is de beste manier op zo stabiel mogelijk te blijven, maar het moge duidelijk zijn dat we betere behandelingen nodig hebben dan wat we tot nu toe mensen met post-acute infectieuze ziekten hebben aangeboden. Ik heb goede hoop dat ook het team uit Amsterdam met onder andere Rob Wüst, Jeroen den Dunnen, Michelle van Vugt en Brent Appelman daar belangrijke stappen zullen gaan zetten.

  • E.J.W. Keuter

    neuroloog, Aruba

    Als het echt moet, lopen de meeste jonge mensen ongetraind een halve marathon. Pas daarna stort het lichaam in. Je lichaam vertelt het je te laat. Ik zeg dus liever niet "luister naar je lichaam" Ik zeg "luister naar je verstand". Altijd onder je bel...astingsniveau blijven dus, maar wel een langzame stijging incalculeren. Anders heb je er niets aan. De principes van cognitieve gedragstherapie eigenlijk. En de vrijkomende emoties onderkennen en accepteren. Ik denk zelf dat hypnose kan helpen om de onderliggende cognities te behandelen, zoals schuldgevoel. Een echt behandelplan dus. Niet luisteren maar doen. Hard werken inderdaad.

  • M.M.M. Linders

    Jeugdarts in opleiding , Sint Agatha

    Pacen is als rijden op de snelweg terwijl iedereen 130 rijdt, moet je eigenlijk tussen de 20 en 30 km/uur blijven rijden. Maar het gaspedaal doet het gewoon (je klachten merk je immers vaak pas achteraf) en iedereen blijft roepen en toeteren dat je h...arder moet. En zelf wil je ook graag liever sneller je bestemming bereiken natuurlijk, want je voelt je op dat moment goed/niet extreem ziek. Topsport is het.

    • Arts, pessotherapeut , Amsterdam

      Het is de ‘wil’ die je nekt. Het ‘moeten’ van jezelf. Aangemoedigd door je omgeving en je te grote verantwoordelijkheidsgevoel. Loslaten is moeilijker dan vasthouden aan wat je gewend was. De kunst van het nietsdoen. En dan rustig wachten tot het bet...er met je gaat. Niet zonder hulp overigens. Dat is mijn ervaring.
      Margret Kaandorp

      • M.M.M. Linders

        jeugdarts in opleiding

        De schuld bij de patiënt leggen ("Het is de wil die je nekt", "Het is moeten van jezelf" of het een "groot verantwoordelijkheidsgevoel" noemen) is juist niet helpend en maakt het onderscheid tussen de blik van behandelaren of mensen die slechts kort ...ziek zijn (geweest) en mensen die langdurig met dit soort ziekten kampen. Je wil als patiënt niet te veel, je kan gewoon te weinig.

        Immers, door alles wat je liefhebt weg te nemen raak je van de regen in de drup. Het is niet voor te stellen dat je jaren lang alle belangrijke momenten, feestjes, sociale activiteiten, werk, hobby's moet missen. Het is niet "loslaten", maar leren leven met. Soms (gecalculeerd) juist over je grenzen gaan, zodat je dat ene huwelijk of ander belangrijke moment niet hoeft te missen. Of ervoor zorgen dat je juist wél dat rondje met de hond kan maken, omdat je daar zo van kan genieten. Niet loslaten, maar leren leven met. Want het zijn juist die kleine (en grote) dingen die het leven de moeite waard maken en die bevorderlijk kunnen zijn voor je herstel.
        Natuurlijk is het een "willen" en geen "moeten van jezelf".

        • Arts, pessotherapeut en coach, Amsterdam

          Het woord schuld gebruik ik liever niet meer. Wel zoek ik naar oorzaken en de contexten. Ook van Schopenhauer heb ik iets geleerd over ‘De Wil’. Maar iedereen mag haar eigen “waarheid “ vinden en daar naar handelen. En hopelijk ook geluk vinden.

        • E.J.W. Keuter

          neuroloog, Aruba

          Arme dokter Linders. U bent veel te boos. Dat kan zo niet goed gaan. Sterkte

          • M.M.M. Linders

            jeugdarts in opleiding

            Arme dokter Keuter...

            Naast dat ik bovenstaande reactie buitengewoon onprofessioneel en neerbuigend vind, is hij heel tekenend voor hoe u erin staat. Een andere visie legt u uit als boos. Met achterhaalde kennis probeert u uw gelijk te halen en (g...etuige uw eerdere blogs en reacties) bent u niet vies van een beetje gaslighten hier en daar. Geen wonder dat deze patiëntengroep zo vaak teleurgesteld is in medici.

            Gelukkig zijn er inmiddels genoeg collega's die zich wél verdiepen in dit invaliderende ziektebeeld en zich dagelijks inzetten voor een goede diagnostiek, behandeling en begeleiding. Helaas wel vaak wel tegen de stroom in en de rotzooi opruimend die collega's zoals u hebben achtergelaten of nog steeds aanrichten. Maar ze zijn er en daar ben ik blij om. Dus voor mij geen reden om boos te zijn.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.