Ook hier
Plaats een reactieHet is 02.30 uur en ik dwaal door de gangen van het Schweizer Paraplegiker-Zentrum in Nottwil, Zwitserland. Ik groet het bleke hoofd van de nachtwaker. Raar beroep, ongezond ook. Dat is het sowieso, dat nachtdiensten draaien. Mijn lijf kraakt aan alle kanten.
Ik drentel nog wat door de immense hal, maar mijn ronde zit erop en de patiënten lijken allemaal stabiel en in rust. Morgen weer een dag.
Moe leg ik me neer op het bedje in de piketkamer, vlakbij de ic. Kale wanden, grijze vloer, kraak noch smaak natuurlijk, maar hé, we zijn hier dan ook om te werken. Schoenen uit, telefoon naast mijn kussen. En toen was het stil. Uit het niets schieten onze jongens voorbij. De pijn, het verdriet en het gemis. Ook hier. Ik slik mijn tranen weg en langzaam dommel ik weg.
Prrrr, prrr! Ik schrik op. De adrenaline kolkt door mijn lijf en mijn gemoed switcht tussen spanning en angst. Een indringende stem aan de andere kant: ‘Sofort kommen, bitte!’
Ik spurt naar de afdeling en open de deur van de donkere kamer. In de hoek staat een verpleegkundige over mevrouw L gebogen. Ik probeer me de overdracht voor de geest te halen. Longen, longen, er was iets met haar longen. En gister een grote buikoperatie. De differentiaaldiagnose vliegt in het rond, maar heeft nog geen richting.
Ik pak mijn stethoscoop. Op dat moment kijkt ze voor het eerst op, de verpleegkundige. En de wereld staat even stil. Haar helblauwe ogen kijken dwars in mijn ziel, ze pakt me bij de arm: ‘Alles gut?’ Ze weet het. Ik pak mezelf bij elkaar. We werken ons een slag in de rondte en mevrouw L komt weer bij. We geven elkaar een compliment en gaan weer ons weegs. Alleen in de donkere nacht. Slapen kan ik niet meer.
Casper van Koppenhagen,
revalidatiearts UMC Utrecht, auteur van onder meer Ik had je gedacht mijn kind (2015), over het vroege overlijden van zijn beide zoontjes.
Meer lezersverhalen over Het individu
Recente lezersbijdragen- Er zijn nog geen reacties