Veel Indonesische kinderen geïnfecteerd met dengue
Bijna 70 procent van alle Indonesische kinderen die leven in verstedelijkte gebieden is minstens eenmaal geïnfecteerd geweest met het denguevirus. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in PLOS Neglected Tropical Diseases. Dat is naar mondiale maatstaven een zeer groot aantal.
Ari Prayitno e.a. verzamelden bloedmonsters van bijna 3200 kinderen van 1 tot 18 jaar en testten hen op de aanwezigheid van antilichamen voor het denguevirus. Ruim 69 procent van alle kinderen bleek positief – variërend van een kleine 34 procent van de 1- tot 4-jarigen tot maar liefst 89 procent van de 15- tot 18-jarigen. De onderzoekers laten verder zien dat in elk levensjaar gemiddeld ongeveer 13 procent van de kinderen een eerste denque-infectie oploopt.
Overdracht van het denguevirus vindt plaats via de beet van een besmette aedesmug. Het merendeel van deze infecties verloopt zonder ziekteverschijnselen. Niet-ernstige dengue-infecties kenmerken zich door onder meer plotseling optredende koorts (tot 41 °C), hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, algehele malaise, uitslag en misselijkheid. Deze infecties herstellen na een aantal dagen tot een week. Er bestaat geen vaccin.
Veel kinderen lopen de infectie meerdere keren op omdat er vier serotypen zijn, waardoor immuniteit tegen de ene, niet automatisch immuniteit tegen de andere impliceert. Dat leidt tot ettelijke miljoenen infecties per jaar, zo schatten de onderzoekers. Ze nemen aan dat onder volwassenen de situatie niet veel anders zal zijn. Omdat de ziekte (ook wel knokkelkoorts) ook ernstige varianten kent – hemorragische koorts (DHF) en dengue-shocksyndroom (DSS) – die bovendien levensbedreigend kunnen zijn, schatten Prayitno e.a. de ziektelast hoog in, al kunnen ze daarover geen exacte cijfers geven. De urgentie van effectieve preventiemaatregelen is hoog, stellen de onderzoekers.
https://doi.org/10.1371/journl.pntd.0005621
Lees ook: