Klare taal in ontslagbrief
Plaats een reactieHet artikel over het schrijven van een ontslagbrief die ook leesbaar is voor de patiënt, las ik met interesse (MC 28/2010: 1418). Het ontwikkelen van een begrijpelijk idioom is onmisbaar voor artsen die hun informatieplicht enerzijds en de emancipatie van de patiënt anderzijds serieus nemen. Als ouderengeneeskundige kan ik daar nog aan toevoegen dat begrijpelijke taal ook in de communicatie met verzorgenden van niveau 1, 2 en 3 essentieel is.
Het doktersjargon is voor onze intercollegiale communicatie echter onontbeerlijk. En vaak borduren we met onze dokterstaal voort op een meer dan gemiddelde taalontwikkeling in onze jeugd. Het is dus niet zo raar dat wij als artsen voor eenvoudige taal enige moeite moeten doen. Recentelijk is mij dat nog weer eens goed duidelijk gemaakt door de directeur van Bureau Taal, Wessel Visser. In een voordracht die hij hield voor oud-coassistenten in Enschede, legde hij haarfijn uit dat het taalniveau van de doorsnee-Nederlander niet overeenkomt met het taalniveau van de doorsnee-dokter.
Het overgrote deel van de Nederlanders (en dus van onze patiënten) spreekt op een niveau dat in taalkringen B1 heet – op een schaal van A1-A2-B1-B2-C1-C2. De dokter hanteert doorgaans C1. Het taalniveau van artsen heeft duidelijke kenmerken: lange zinnen, ingewikkelde grammatica, moeilijke (laagfrequente) woorden en jargon. Het resultaat van teksten op dit niveau is dat de patiënt niet begrijpt wat er aan de hand is en niet weet wat verder te doen, of niet gemotiveerd raakt.
Bureau Taal, voor eenvoudig Nederlands, heeft zich gespecialiseerd in het overbruggen van deze kloof. Zij geven cursussen, adviezen en voordrachten (www.bureautaal.nl). Zij hebben ook een site waarop iedere arts zijn tekst zelf door een zeef kan halen om het niveau te screenen en aan te passen (www.texamen.nl). Een aanrader.
’s Hertogenbosch, augustus 2010
Jacobien Erbrink, specialist ouderengeneeskunde
- Meer brieven
- Er zijn nog geen reacties