Laatste nieuws
1 minuut leestijd
Wetenschap

Dementie door metabool syndroom

Plaats een reactie

Wat slecht is voor het hart, blijkt ook slecht te zijn voor het hoofd. Hoge bloeddruk, een hoog vetpercentage en hoge bloedglucosewaarden zijn niet alleen risicofactoren voor hart- en vaatziekten en diabetes, maar ook voor mentale retardatie.


In JAMA van 10 november beschrijven geriater Kristine Yaffe c.s een prospectieve studie bij meer dan 2600 mannen en vrouwen van 70 jaar en ouder. Tijdens de vijfjarige studie verminderden de cognitieve capaciteiten van een groot aantal deelnemers. Degenen met het metabool syndroom bleken echter meer te zijn achteruitgegaan dan de anderen. Het metabool syndroom kenmerkt zich door de aanwezigheid van een cluster van veelvoorkomende stoornissen als hoge bloeddruk en obesitas. Van de ‘normale’ ouderen vertoonde 21 procent achteruitgang van de cognitieve vaardigheden; van degenen met het metabool syndroom ging 26 procent geestelijk achteruit.


Nadere verfijning van de onderzoeksgegevens bracht ook binnen de groep mensen met het metabool syndroom nog verschillen aan het licht. De grootste geestelijke achteruitgang werd gemeten bij proefpersonen die daarbij ook veel onstekingsmarkers in hun bloed hadden.


Yaffe benadrukt dat alle proefpersonen bij aanvang van de studie volkomen gezond waren en dat de gemeten achteruitgang groot genoeg is om op te vallen bij familie en vrienden. Zij hoopt dat de angst voor dementie meer mensen zal aanzetten tot een gezonde levensstijl.


Er is ook een andere mogelijkheid om de negatieve effecten van het metabool syndroom te bestrijden. In hetzelfde nummer van JAMA beschrijven onderzoekers van de Washington University School of Medicine in St. Louis een kleine studie met het hormoon dehydro-epiandrosteron (DHEA). Dit voedingssupplement blijkt het abdominale vetgehalte te verminderen en de insulinegevoeligheid te vergroten.


Deze studie vond plaats bij 56 ouderen met lage DHEA-spiegels. De helft kreeg een halfjaar lang een DHEA-supplement, terwijl de controlegroep een placebo kreeg. Na afloop wezen MRI-metingen uit dat de omvang van het viscerale en abdominale vet bij de DHEA-gebruikers met gemiddeld 6 tot 10 procent was afgenomen. In de controlegroep nam het vetgehalte juist licht toe. Proefpersonen die het hormoon kregen, hadden aan het eind van de studie ook lagere insulinewaarden terwijl de glucosewaarden onveranderd bleven. Dat duidt op verminderde insulineresistentie. Een langdurige vervolgstudie naar de effecten van DHEA is inmiddels in gang gezet. << RC

Wetenschap Diabetes dementie leefstijl & gezondheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.