De uitdaging bij faalangst
Plaats een reactiePeter was een nieuwe aios in de B-opleiding, die ik al jaren kende van de universitaire kliniek waar ik ook werkte. Als opleider had ik weinig aiossen gehad met zo'n uitgesproken combinatie van eigenschappen. Enerzijds legde hij de lat voor zijn prestaties erg hoog. Desondanks had hij een forse faalangst en bovendien was hij erg luidruchtig en dominant bij professionele en informele gesprekken. In eerste instantie ontkende of twijfelde hij aan het oordeel van wie dan ook; ook van een supervisor. Op zichzelf waardeer ik de discussie zeer, maar bij patiënten valt het niet altijd even gelukkig als doktoren in hun bijzijn luidruchtig van mening verschillen over de diagnose.
Op een middagspreekuur zag ik een patiënt met erysipelas in het gelaat. Ik vroeg hem of hij het goedvond dat een assistent in opleiding dit niet vaak voorkomende beeld zou zien, omdat het nuttig voor zijn opleiding was. De man stemde welwillend toe. Ik ging Peter halen. Bij de deur van de spreekkamer hield ik in, draaide me om en zei tegen de patiënt dat de aios waarschijnlijk zou zeggen dat mijn diagnose niet de juiste was, maar dat hij zich daarover niet ongerust behoefde te maken, omdat hij dit altijd automatisch deed. Peter schonk ons het genoegen mijn diagnose inderdaad direct te verwerpen, maar een alternatief kon hij niet geven.
Dit type aios is erg nuttig voor de opleider. Hiermee geconfronteerd weet hij/zij weer waarom het een uitdaging is jonge mensen behoorlijk op te leiden. Maar sommige automatismen kunnen wel erg vermoeiend zijn.
Jan Hulshof, kno-arts en oud-opleider
««Meer bijdragen Baas en assistent
- Er zijn nog geen reacties