Gemengde reacties belangenbehartigers zorg op hoofdlijnenakkoord

PVV, VVD, NSC en BBB presenteerden onlangs hun hoofdlijnenakkoord: Hoop, lef en trots. Verschillende beroepsverenigingen en belangenbehartigers in de zorg zetten vraagtekens bij de financiële haalbaarheid van de plannen als er tegelijk ook fors wordt bezuinigd op de zorg.

In het hoofdlijnenakkoord van 26 pagina’s staan tien hoofdpunten. Op basis daarvan gaat het nieuwe kabinet ‘werk maken van een regeerprogramma’, schrijven de partijen. Hoofdpunt 6 gaat over de toegankelijkheid van publieke voorzieningen, waaronder de zorg. Hierin staat onder meer het plan om het eigen risico te verlagen ‘tot het niveau van 165 euro in 2027’.

Concreet

Op de eigen websites reageren verschillende beroepsverenigingen en belangenbehartigers op de plannen. Die vinden het vooral positief dat PVV, VVD, NSC en BBB aandacht hebben voor enkele prangende problemen in de zorg, zoals het personeelstekort waar zowel de eerste lijn, ziekenhuizen als ggz mee worstelen. Wel vragen ze zich af hoe de plannen concreet worden ingevuld in het regeerakkoord en de praktijk. Pas als daar duidelijkheid over is, kunnen ze de gevolgen van de plannen voor de beroepsgroep goed inschatten.

Positief

Er lijkt voor bijna ieder wat wils in te staan. Zo vinden de belangenbehartigers van de huisartsen (LHV, InEen en NHG) ‘het goed nieuws’ dat de partijen ‘het versterken van de eerste lijn als speerpunt hebben benoemd’. De ziekenhuizen en medisch specialisten (NVZ, NFU en FMS) zijn erover te spreken dat het aanpakken van het personeelstekort prioriteit heeft. Zowel de belangenbehartigers van psychiaters en de ggz, zoals de Nederlandse ggz en NVvP, als GGD GHOR Nederland lichten er als positief punt uit dat de partijen preventie een meer centrale plek geven om de gezondheid te verbeteren.

Twijfels

Toch zijn er ook twijfels, vooral over de financiële haalbaarheid van de plannen, want in de bijbehorende ‘budgettaire bijlage’ worden flinke bezuinigingen aangekondigd. Verschillende zorgpartijen vragen zich bijvoorbeeld af hoe een centrale rol voor preventie samengaat met bezuinigen op de publieke gezondheidszorg. De KNMG ‘maakt zich ernstige zorgen over de impact van deze bezuinigingen op het verkleinen van de gezondheidsverschillen’.

Kritiek

Naast de reeds genoemde zorgen uiten enkele zorgpartijen ook kritiek op plannen die voor hun achterban relevant zijn. Zo is de NFU ontevreden over de bezuinigingen op wetenschap en innovatie, waaronder het uitfaseren van het Groeifonds. Daarnaast missen de Nederlandse ggz en NVvP plannen op het gebied van mentale gezondheid.