Extra betaaltitel is erkenning voor ouderengeneeskundige in eerste lijn

Na dertien jaar pilotprojecten wordt de betaaltitel voor specialisten ouderengeneeskunde in de eerste lijn uitgebreid met zogenoemde trajectbekostiging. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft deze week een beleidsregel gepubliceerd, die ingaat per januari 2025. Dit houdt erkenning in voor deze multidisciplinaire vorm van zorg, die tot nu toe via verschillende losse subsidievoorzieningen werd bekostigd.

Deze trajectfinanciering van de eerstelijnsspecialist ouderengeneeskundige (so) betekent in de praktijk dat niet alleen adviesconsulten van de so aan de huisarts worden vergoed, want dat kon al. Belangrijk is dat de so nu ‘trajectzorg’ kan bieden. Dat wil zeggen dat de so – met zijn of haar team – regie heeft in het traject en wordt erkend als medebehandelaar.

Het besluit is een opsteker voor MESO-zorg: multidisciplinaire eerstelijnsouderenzorg met een specialist ouderengeneeskunde, dat in 2011 is opgezet door so Ester Bertholet in Velp. Met behulp van deze zorg kunnen ouderen met (hoog)complexe problemen langer thuis blijven wonen, omdat de huisarts het MESO-team kan inschakelen. Daarin zit een so, maar ook andere specialistische zorgverleners.

Zekerheid

Sindsdien heeft multidisciplinaire ouderenzorg, met de so als medehoofdbehandelaar voor thuiswonende ouderen – navolging gekregen. Maar een structurele betaaltitel liet op zich wachten. Bertholet reageert dan ook verheugd. ‘Dit betekent dat we niet langer afhankelijk zijn van individuele subsidiepotjes, en dat geeft zekerheid. Zekerheid om ouderen en de huisarts te kunnen blijven ondersteunen. En ook zekerheid aan het team.’

De vereniging van specialisten ouderengeneeskunde (Verenso) noemt het bij monde van voorzitter Jacqueline de Groot ‘een mooie opstap naar het bestendigen van de specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn. Lang was MESO een experiment, en jarenlang is ervoor geijverd om deze succesvolle manier van zorg te verankeren. Als beroepsvereniging van alle specialisten ouderengeneeskunde zien wij het als een opstap naar structurele bekostiging van nog meer mogelijkheden in de eerste lijn zoals het regiebehandelaarschap.’

De betaaltitel heeft een brede opzet, zegt specialist ouderengeneeskunde – niet-praktiserend – Petra Nas, die betrokken is bij MESO. ‘Dat biedt ruimte en mogelijkheden aan andere zorgverleners binnen de ouderengeneeskunde in het land om multidisciplinaire zorg op maat te bieden.’

Ontwikkeltraject

Nas wijst erop dat ‘dit een eerste stap is. We hadden al een uurtarief dat de so kon benutten, nu krijgen we het trajecttarief erbij. Dat betekent waardering voor het multidisciplinaire karakter van de zorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen.’ Zij is blij met het voornemen van de NZa om ruimte te bieden aan het verdere ontwikkeltraject. ‘Het nu voorliggende besluit betekent weliswaar dat er betere zorg kan worden geleverd aan een groeiende groep kwetsbare thuiswonende ouderen. Maar nog niet de zorg voor al deze patiënten is gewaarborgd, er zijn nog uitzonderingen. Zo zijn patiënten met een Wlz-indicatie nog uitgesloten. ‘Het is nog niet helemaal in kannen en kruiken’, concludeert ook Bertholet. ‘Maar al met al is het absoluut heel goed nieuws.’

De NZa zal later deze maand nadere uitleg even over de beleidsregel.