Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
7 minuten leestijd
interview

‘Van kleinschaligheid maken wij onze kracht’

Twee bevriende huisartsen starten een nulpraktijk in Brunssum

Plaats een reactie
Loraine Bodewes
Loraine Bodewes

Huisartsen Habib Sulhdost en Gaspard Knops startten eind februari een nulpraktijk in Brunssum. ‘Wij willen als dokters zo toegankelijk mogelijk zijn voor onze patiënten.’

Een moderne kleinschalige huisartsenpraktijk, zonder praktijkassistenten, waar huisartsen echt aan dokteren toekomen en waar de patiënt zo laagdrempelig mogelijk terechtkan op een zelf uitgekozen moment. Dat is waar de bevriende huisartsen Habib Sulhdost en Gaspard Knops van droomden. Eind februari openden zij hun nieuwe ‘nulpraktijk’ in Brunssum – de kleine Zuid-Limburgse stad waar zo’n 1800 patiënten eind augustus plotsklaps op zoek moesten naar een nieuwe huisarts. Dit nadat hun oude huisarts door de rechter en de inspectie een beroepsverbod opgelegd had gekregen vanwege een zedenzaak.

Brunssum

‘Door deze situatie was de behoefte aan een nieuwe huisartsenpraktijk in Brunssum groot’, vertellen Sulhdost (53) en Knops (63), in de sober ingerichte spreekkamer die zij huren in een pand waar ook een fysiotherapeut, een podotherapeut en een schoonheidsspecialist zijn gehuisvest. De twee zijn al jaren bevriend, sinds ze elkaar leerden kennen in de intervisiegroep. Knops: ‘Binnen de andere huisartsenpraktijken in Brunssum was geen of zeer beperkt ruimte voor nieuwe patiënten. Daardoor moesten de patiënten in omliggende gemeenten op zoek naar een huisarts. Dat is buiten de vijftien minuten aanrijtijd en zeker voor minder mobiele patiënten niet fijn.’

Thoraxchirurg

Sulhdost had al veel langer de ambitie om zich te vestigen als praktijk­houdend huisarts. Hij woont sinds 2001 in Nederland en is in 2011 begonnen als huisarts. ‘Ik ben opgegroeid in Afghanistan en ging in 1988 geneeskunde studeren in Rusland. Destijds waren de banden tussen beide landen sterk – je kon makkelijk een studiebeurs krijgen als je in Rusland wilde studeren. Ik werd er thoraxchirurg, trouwde met een Russische vrouw en samen kregen we ons eerste kind. Toen ik afgestudeerd was, mocht ik niet meer in Rusland blijven. Via Afghanistan ben ik in 2001 naar Nederland gevlucht. In Afghanistan blijven was voor mij geen optie, vanwege de gevaarlijke situatie daar. Na twee jaar zijn mijn vrouw en kind gevolgd – in Nederland hebben we nog twee kinderen gekregen. Zeven jaar lang woonde ik in een asielzoekerscentrum in Heerlen. Hoewel ik nog geen verblijfsstatus had – en het dus nog niet mocht – ben ik toen al begonnen met het traject om in Nederland als arts te mogen werken. Ik werd daarbij gesteund door de voorzitter van de toenmalige Commissie Instroom Buitenlandse Artsen (CIBA) en kreeg financiële ondersteuning vanuit vluchtelingenorganisatie UAF. Destijds deed je een verkorte geneeskundeopleiding voor buitenlands gediplomeerde artsen. Ik moest de voortgangstoets maken – om mijn niveau te bepalen – en daarna negen maanden coschappen lopen. Toen ik in 2005 mijn BIG-registratie had, mocht ik nog niet werken, omdat ik nog geen verblijfsstatus had. Daarna probeerde ik om ook een erkenning als thoraxchirurg te krijgen, maar dat bleek uitermate moeizaam. Het kostte veel tijd, geld en energie. Omdat het allemaal zo lang duurde en uitzichtloos leek, stelde een bevriende gepensioneerde huisarts voor om de huisartsenopleiding te gaan doen. Binnen een week nadat ik daarmee was begonnen, kreeg ik een brief van de registratiecommissie dat mijn aanvraag werd bevroren, omdat je in Nederland geen twee specialisaties tegelijk zou kunnen hebben. Aanvankelijk voelde de huisartsopleiding als een grote stap terug, maar inmiddels vind ik dat ik het mooiste vak heb dat er is.’

Habib Sulhdost
Habib Sulhdost
‘Aanvankelijk voelde de huisarts­opleiding als een grote stap terug’

Vluchteling

Hoewel Sulhdost altijd genoeg werk had als waarnemer en langdurig verbonden was aan verschillende huisartsenpraktijken die op zoek waren naar een opvolger, lukte het hem niet om een praktijk over te nemen. Sulhdost: ‘Het is me natuurlijk nooit rechtstreeks in mijn gezicht gezegd, maar voor mijn gevoel heeft dat iets te maken met mijn achtergrond als vluchteling. Ik ervaar sinds ik in Nederland ben telkens opnieuw dat ik mezelf dubbel zo hard moet bewijzen, om aan te tonen dat ik écht bekwaam ben en een goede arts.’ Een bestaande praktijk overnemen bleek dus al lastig, maar een compleet nieuwe praktijk from scratch beginnen, is zo mogelijk nog moeilijker. ‘Daar komt een enorm ingewikkeld bureaucratisch verhaal bij kijken. Ik zag ertegenop daar in mijn eentje aan te beginnen.’

Nulpraktijk

Knops – geboren, getogen en opgeleid in Limburg – had wél ervaring met het opzetten van een nulpraktijk. Hij startte in 1998 zijn eigen praktijk in Valkenburg, die uitgroeide naar zo’n 4500 patiënten. Nadat hij de praktijk in 2022 overdroeg, werkte hij incidenteel nog als waar­nemer in de regio. Knops: ‘In juli 2023 vroeg Habib of ik bij kon springen in de praktijk die hij als waarnemer op dat moment draaiende probeerde te houden. Hij had het aanbod gekregen deze over te nemen, nadat de zittende huisarts van de ene op de andere dag was gestopt. Er waren 2800 patiënten en er was nauwelijks ondersteuning; de praktijkassistentes waren uitgevallen, het telefoon- en ICT-systeem werkte niet, niks was goed geregeld. Hoewel Habib er alles aan had gedaan, werd de praktijk uiteindelijk toch over­genomen door een andere partij. Ik was daar zo verbijsterd over, dat ik hem heb voorgesteld na te denken over het starten van een nulpraktijk – en mijn hulp heb aangeboden. Ik dacht: dit kunnen wij veel beter.’

Kamer van Koophandel

Wel had Knops onderschat hoeveel bureaucratisch regelwerk er tegenwoordig bij komt kijken, erkent hij. ‘Er is in 25 jaar veel veranderd. We zijn maandenlang bezig geweest om dingen voor elkaar te krijgen bij organisaties waarvan ik me vaak heb afgevraagd: weten ze eigenlijk wel van elkaar waar ze mee bezig zijn? Een simpel voorbeeld is dat je je moet aanmelden bij de Kamer van Koophandel. Daar moet je voor betalen met de bankrekening van je praktijk. Maar je krijgt geen bankrekening als je nog niet ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. Gelukkig kregen we wel snel groen licht vanuit de zorgverzekeraars, omdat de behoefte aan een nieuwe huisartsenpraktijk in Brunssum zo groot was. Om die reden zijn we ook heel vlot geaccepteerd door de huisartsen in Brunssum en de regio en in de hagro opgenomen. Dat is niet zo vanzelfsprekend wanneer je een nulpraktijk start, omdat dat vaak als concurrentie wordt beschouwd – zelfs in groeiende gemeenten waar elke huisartsenpraktijk een patiëntenstop heeft.’

Gaspard Knops
Gaspard Knops
‘We verwachten de komende twee jaar nog geen inkomen uit deze praktijk’

Kleinschalige praktijk

Toch denken Sulhdost en Knops niet dat het makkelijker was geweest om samen een bestaande praktijk over te nemen. Knops: ‘Nee, dat is juist nóg ingewikkelder, vanwege de grootschaligheid van veel bestaande praktijken. Het komt vaak neer op het overnemen van een bedrijf met tien man personeel – praktijkassistentes, POH’s. Je bent dan meer bezig met het runnen van een bedrijf, dan met waar het eigenlijk om draait: het dokteren. Doordat het – ook in deze regio – lastig is om opvolgers te vinden voor zulke praktijken, ontstaan er gaten waar commerciële partijen makkelijk inspringen. Wij hebben zelf tijdens onze oriëntatiefase ook contact gehad met Flexdokters en Buurtdokters. Flexdokters is niet actief in deze regio. En van Buurtdokters vonden we het businessmodel niet aantrekkelijk. Kort samengevat krijg je als huisarts een vast uurtarief en de winst wordt gedeeld. Het uurtarief is wel marktconform, maar voor een startende praktijk kan Buurtdokters natuurlijk ook maar een beperkt aantal uren uitbetalen. Maar belangrijker: Buurtdokters stelt op de eigen website dat ze willen voorkomen dat de kleine huisartsenpraktijk aan zijn eigen kleinschaligheid ten onder gaat. Daarover nadenkend besloten we juist dát te doen: een kleinschalige praktijk opzetten. We zien de kleinschaligheid niet als een zwakte, maar juist als een kracht. En als je klein blijft, heb je tijd om dingen zelf te regelen.’

Zo toegankelijk mogelijk

Sulhdost: ‘Onze indruk is dat bij grootschalige huisartsenorganisaties de patiënt niet meer centraal staat, sterker nog: op afstand wordt gehouden. Digitaal gebeurt dat door bijvoorbeeld een ingewikkeld inlogsysteem te creëren, waar patiënten die minder digitaal vaardig zijn niet mee uit de voeten kunnen. Maar ook door de triage van praktijk­assistenten worden veel drempels opgeworpen. Dat past helemaal niet bij de manier waarop wij willen werken. Wij willen als dokters zo toegankelijk mogelijk zijn voor onze patiënten; zélf behandelen, zélf dokteren. Onze patiënten moeten óns te spreken krijgen – we hebben dan ook geen praktijkassistent in dienst. Er is wel een digitaal systeem ingericht, maar zo eenvoudig mogelijk. Patiënten kunnen zelf een afspraak inplannen – zij bepalen of het nodig is en niet een triagist. Daar hoeven ze niet eens voor in te loggen.’

Partner nodig

Beide huisartsen zullen voorlopig parttime werken in hun praktijk. Ieder drie dagen in de week, op dinsdagen zijn ze er allebei. Knops: ‘Het is voor Habib van belang dat wij deze praktijk samen opstarten, omdat het niet realistisch is dit in je eentje te doen. Je begint met veel minder patiënten dan wanneer je een bestaande praktijk overneemt – op dit moment hebben we er tweehonderd. We verwachten dat we de aankomende twee jaar nog geen inkomen zullen hebben vanuit deze praktijk. Ook daarom heeft hij een partner nodig – het is namelijk onmogelijk om terug te vallen op een waarnemer, bij ziekte bijvoorbeeld. Sterker nog: Habib zal om rond te komen voorlopig zelf nog als waarnemer moeten werken in andere prak­tijken en op de hap. Zelf werk ik nog een dag op de universiteit en ook mijn vrouw werkt nog als arts. Ik weet nog niet wanneer ik – opnieuw – met pensioen ga. Maar ik ga Habib niet te lang lastigvallen.’ 

Lees ook:
interview huisartsenpraktijk
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.