Laatste nieuws
D.G.M. Sanders; G.J. den Heeten
7 minuten leestijd
ouderen

Grijze golf goedkoper

Plaats een reactie

Kosten en gebruik van radiologische voorzieningen nemen af bij 80-plussers

Over het stijgen van de kosten in de gezondheidszorg met de leeftijd zijn geen gedifferentieerde gegevens beschikbaar. Radiologen onderzochten hoe dat zit bij hun specialisme. Het viel op dat daar een sterke daling in consumptie én kosten is te zien bij mensen boven de tachtig.

De vergrijzing van onze bevolking wordt in Nederland algemeen beschouwd als een van de grootste uitdagingen voor de toekomstige gezondheidszorg. Deze uitdaging betreft niet alleen de personele en materiële capaciteit, maar ook de financiering ervan.1 Het toenemend gebruik van voorzieningen door mensen van 65 jaar en ouder bepaalt de bijbehorende vraag naar zorg. Meestal wordt dit alleen uitgedrukt in kosten en geïllustreerd aan de hand van figuur 1 (uit Kosten van ziekten, 1994). Vooralsnog gaat men ervan uit dat de totale kosten exponentieel stijgen boven de leeftijd van 65 jaar.2 Een specifieke verklaring voor dit exponentiële karakter van de grafiek wordt niet gegeven; een algemene verklaring kan zijn dat de kans op een aandoening van enigerlei aard toeneemt met de leeftijd. Daardoor worden de meeste kosten gemaakt tegen het levenseinde.3


In de discussie over de financiering van de gezondheidszorg gaan we er doorgaans van uit dat die exponentiële stijging van kosten met de leeftijd van toepassing is op alle onderdelen van de zorg. Gedifferentieerde gegevens zijn immers nauwelijks beschikbaar of helemaal niet voorhanden. Dit was voor ons reden om onderzoek te doen naar de consumptie van radiologische diagnostiek en behandeling in relatie tot de leeftijd.


De basis voor dit onderzoek is een representatieve steekproef in drie ziekenhuizen. Wellicht is op grond van deze gegevens enige nuancering voor een specialisme als de radiologie op zijn plaats.

Bronnen


Aangezien er geen landelijke gegevens beschikbaar zijn, is van drie ziekenhuizen het gebruik van radiologische voorzieningen gerelateerd aan de leeftijd van de patiënt (zie tabel). Met behulp van de lokale radiologische informatiesystemen konden, met inachtneming van de geldende privacyreglementen, de bronnen worden geraadpleegd. De ziekenhuizen werden gekozen op basis van profiel (academisch ziekenhuis, groot opleidingsziekenhuis en niet-opleidingsziekenhuis) en op basis van de digitale beschikbaarheid van gegevens. De regionale spreiding was Utrecht, Noord-Brabant en Zuid-Limburg.


De omvang van het beroep op radiologische zorg kan vervolgens worden uitgedrukt in (gewogen) verrichtingen en kosten. Voor de weging is gebruikgemaakt van het puntenstelsel van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR). Met dit stelsel worden punten toegekend aan verrichtingen al naar gelang hun (werk)belasting voor de radioloog, variërend van 3 punten voor een röntgenfoto van de enkel tot 120 punten voor een percutane angioplastiek (PTA).


Volgens opgave van het CBS4 telt Nederland op 1 januari 1998 15.654.192 inwoners en is de gemiddelde leeftijd 37,9 jaar; 2.602.911 inwoners zijn ouder dan 65 (16,6%). De ‘dubbele vergrijzing’ (80 jaar en ouder) bedraagt 3,2 procent (493.192 inwoners). De grootste leeftijdsgroep is die van de 30- tot 35-jarigen (1.316.200 personen). In hetzelfde jaar bezoeken in totaal 119.216 patiënten ten minste eenmaal de afdeling Radiologie van een van de drie ziekenhuizen. Er worden in totaal 306.965 onderzoeken verricht; het aantal punten bedraagt 3.526.773. De bijbehorende kosten


voor radiologische zorg, de ziekenhuiskosten en het honorarium (conform de CTG-tarieven) bedragen tezamen ¤ 20.378.228.


De leeftijdsverdeling van de onderzochte patiëntenpopulatie (figuur 2) is anders dan die in de bekende bevolkingspiramide. In de patiëntenpopulatie is de leeftijdsgroep van 50- tot 54-jarigen het grootst (10.736 personen). De onderzochte populatie is verdeeld in leeftijdsgroepen van vijf jaar, met een leeftijdsgroep van onder de 1 jaar. Bij elke groep is het gemiddeld aantal verrichtingen per patiënt aangegeven per patiënt (figuur 3). Het minste aantal verrichtingen wordt uitgevoerd in de leeftijd 2 tot en met 4 jaar;1 7 het grootste aantal in de leeftijdsgroep van 75 tot en met 79 jaar (3,6 verrichtingen per patiënt). In de tussenliggende leeftijden lijkt er een recht evenredig verband te bestaan tussen de oplopende leeftijd en het aantal verrichtingen per patiënt, waarbij de trend een rechte lijn is. Naar verhouding worden in het eerste levensjaar veel onderzoeken verricht. Na het tachtigste jaar neemt het aantal verrichtingen per patiënt af!


Als patiëntjes tot 1 jaar buiten beschouwing worden gelaten, geldt ook voor de radiologie een toenemend gebruik van voorzieningen met het stijgen van de leeftijd. Er bestaat echter een duidelijk maximum in de leeftijdsgroep 75- tot en met 79-jarigen en een afname in de leeftijd van de dubbele vergrijzing.

 

 

 

 

 

 

De meeste kosten voor radiologische zorg worden gemaakt voor patiënten van 70 tot en met 79 jaar, Foto: Hans Oostrum

Puntenstelsel


De belasting van de ene of van de andere verrichting verschilt nogal. Daarom wordt in de radiologie de werkelijkheid het best benaderd als wordt gebruikgemaakt van gewogen verrichtingen met behulp van het puntenstelsel.


De leeftijdsverdeling van het aantal radiologische punten dat per patiënt wordt besteed, geeft dan ook een beter beeld van de omvang van de verleende radiologische zorg dan het aantal verrichtingen op zich (figuur 4). Uit deze relatie blijkt wederom dat bij de 2- tot en met 4-jarigen het minste aantal punten wordt besteed (maximaal 14 per patiënt). Het grootste aantal punten wordt besteed bij 70- tot en met 79-jarigen (40 punten per patiënt). Na het tachtigste jaar neemt het aantal punten duidelijk af. De verrichtingen met de gemiddeld hoogste weging worden uitgevoerd in de leeftijdsgroep van 45 tot en met 49 jaar: 13 punten per verrichting.


Wordt deze weging gerelateerd aan de leeftijd, dan blijkt ook hierin een nagenoeg recht evenredig verband te bestaan in de leeftijd van 2 tot 80 jaar (patiëntjes onder 1 jaar buiten beschouwing gelaten). Daarna neemt de omvang van geleverde radiologische zorg af.

Kosten


Aangenomen wordt dat de gemaakte kosten bestaan uit honoraria en ziekenhuiskosten tezamen, conform de CTG-tarieven (figuur 5). De minste kosten voor radiologische zorg worden gemaakt bij de groep 2- tot en met 4-jarigen: E 84; de meeste kosten in de leeftijdsgroep van 70 tot en met 74 jaar: E 242. Bij mensen boven de 75 jaar nemen de


kosten weer duidelijk af. Zoals te verwachten, worden de gemiddeld duurste onderzoeken uitgevoerd tussen het 60ste en 65ste jaar: E 74 per onderzoek.


De kosten die gepaard gaan met het gebruik van radiologische voorzieningen tonen overwegend eenzelfde relatie met de leeftijd als de voorgaande parameters: tussen 2 en 75 jaar bestaat een nagenoeg recht evenredig verband en op hoge leeftijd nemen de kosten af.

Opmerkelijk


In het algemeen geldt ook voor de radiologie dat het gebruik van voorzieningen toeneemt met de leeftijd en ook dat aan de groep van de jongste leeftijd (beneden de 1 jaar) en die van de gevorderde leeftijd (ouder dan 65 jaar) de meeste zorg wordt besteed. Opmerkelijk is echter dat de kosten voor radiologische zorg recht evenredig stijgen met de leeftijd en nìet exponentieel, zoals de totale kosten voor de volksgezondheid. Deze relatie geldt overigens ook voor het aantal verrichtingen en het aantal punten.


De duurste verrichtingen worden uitgevoerd in de groep 60- tot 65-jarigen, terwijl per patiënt het meeste geld aan radiologische zorg wordt uitgegeven in de leeftijd van 70 tot 75 jaar. Even opvallend is de sterke daling in consumptie én kosten bij mensen van boven de tachtig. Wellicht is dit het resultaat van medisch beleid, aangezien er op basis van de omvang en de morbiditeit van deze groep hogere kosten kunnen worden verwacht.


De vraag kan worden gesteld of er een aannemelijke verklaring bestaat voor het verschil tussen het gebruik van radiologische voorzieningen en de totale kosten voor de volksgezondheid als zij worden gerelateerd aan de leeftijd. Een eerste, doch slechts gedeeltelijke verklaring ligt in de wijze van presentatie. Het zijn patiënten die een beroep doen op gezondheidszorg (en kosten genereren), maar het is de gehele bevolking (ongeacht de leeftijd!) die de lasten draagt. In Kosten van ziekten (figuur 1) worden de kosten van de gezondheidszorg berekend per inwoner in plaats van per patiënt. De kosten per inwoner zijn echter in grote mate afhankelijk van het aandeel patiënten in de desbetreffende leeftijdsgroep. Daarom is het in theorie niet geheel ondenkbaar dat als de toekomstige generatie ouderen inderdaad gezonder is dan die van nu, het aandeel (percentage) patiënten in deze leeftijdsgroep(en) afneemt. De kosten per inwoner zouden dan navenant minder hard stijgen of zelfs afnemen.

Goedkoop


Een tweede verklaring ligt in de plaats die de radiologie inneemt in de gezondheidszorg. In het algemeen is de inbreng van de radiologie bij het ziekteproces van korte duur en relatief goedkoop. Geen enkel radiologische onderzoek is duurder dan één verpleegdag. Alleen de kosten van radiologische interventies (angioplastiek, stentplaatsing, embolisatie) kunnen oplopen, maar dan is er in principe al sprake van behandeling. Zeker met de moderne technieken kan dus snel, eenvoudig en relatief goedkoop een (werk)diagnose worden gesteld. De behandeling van de vastgestelde aandoening (cure) en vooral de verzorging (care) nemen veelal een veel groter tijdsbeslag in, en kunnen zeer hoge kosten meebrengen. Deze combinatie: korte diagnostiek en langdurige behandeling en/of verzorging, komt vaak voor bij mensen op gevorderde leeftijd met bijvoorbeeld dementie of CVA.


Daaruit voortvloeiend ligt een laatste en belangrijke verklaring waarschijnlijk in het feit dat de algemene medische kosten eerder aan het levenseinde dan aan leeftijd zijn te relateren, en dat in die fase andere dan diagnostische kosten een veel grotere rol spelen, bijvoorbeeld IC-opnamen en geneesmiddelen.

drs. D.G.M. Sanders,


afdeling Radiologie, Spaarne ziekenhuis in Haarlem


prof. dr. G.J. den Heeten,


afdeling Radiologie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

 


Correspondentieadres: Spaarne ziekenhuis, afdeling Radiologie, Postbus 1644, 2003 BR Haarlem, e-mail:

dsanders@spaarneziekenh.nl

SAMENVATTING


l De vaststelling dat de kosten voor gezondheidszorg exponentieel stijgen met de leeftijd, behoeft nuancering op onderdelen van de zorg.


l Het gebruik van radiologische voorzieningen, uitgedrukt in aantal verrichtingen en/of zwaarte, stijgt nagenoeg recht evenredig met de leeftijd, maar neemt af boven de leeftijd van 75 tot 80 jaar.


l De zwaarste onderzoeken worden verricht in de leeftijd van 45 tot en met 49 jaar; de kostbaarste onderzoeken in de leeftijd 60 tot 65 jaar.


l De kosten voor radiologische zorg per patiënt stijgen eveneens nagenoeg recht evenredig met de leeftijd, maar nemen ook af boven leeftijd van 75 tot 80 jaar.

Referenties


1. Maas PJ van der. De ouderdom komt met chronische gebreken. Medisch Contact 2000; 55: 452-6. 

2. Polder JJ, Meerding WJ, Koopmanschap MA, Bonneux L, Maas PJ van der. Kosten van ziekten in Nederland 1994. Rotterdam: Instituut maatschappelijke gezondheidszorg (Erasmus universiteit), 1997.  3. Emanuel EJ, Emanuel LL. The economics of dying. NEJM 1994; 330: 540-4.  4.

Http://www.cbs.nl

Brieven:

radiologie ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.