DBC aan de slag ermee
Plaats een reactieHet doet me deugd dat ook een van de bedenkers van het DBC-systeem inziet dat het een loodzwaar, administratief onmogelijk en geldverslindend geheel is geworden (MC 38/2006: 1491). In de Eindreportage Orde-DBC-Ondersteuningsteams(zomer 2006) wordt in 45 bladzijden kommer en kwel dezelfde conclusie getrokken. Desondanks zouden we op de goede weg zijn.
Het DBC-systeem is een Russische roulette: er bestaat geen enkel zicht op de financiële consequenties voor patiënten, specialisten of ziekenhuizen. Ik heb nog geen specialist gesproken die vijf DBC-codes met bijbehorend honorarium kan noemen; prijzen verschillen per maand en ziekenhuis.
Fraudegevoelig? Het CTG/ZAio heeft niet per ongeluk de toegang tot de werkelijke DBC-tarieven zo lastig mogelijk gemaakt. Het DBC-systeem geeft geen enkele prikkel tot zorgvernieuwing en -substitutie en klinische behandeling levert een veelvoud op van poliklinische behandeling.
Dan de transparantie. Het probleem van de spooknotas is listig opgelost door alle deelhonoraria onder een noemer te brengen. Verder zijn de administratieve lasten voor alle partijen enorm (miljoenen euros). Daar is geen patiënt beter van geworden. Recent zijn voorstellen gedaan om het DBC-systeem te vereenvoudigen, maar niet te wijzigen. De inherente tekortkomingen blijven dus bestaan.
Iemand moet toch een keer de stekker eruit trekken. Hoe dan verder? Financier de zorg volgens het abonnementsysteem en baseer het honorarium uitsluitend op het aantal EACs (eerste administratief consult). Bepaal het EAC-honorarium desnoods regionaal of per ziekenhuis. De overige FB-parameters kunnen overboord worden gezet. Met de Treek-normen in de hand is het vervolgens aan specialist en ziekenhuis om de capaciteit aan de poliklinische instroom aan te passen. Er is zo geen incentive meer voor (dure) klinische behandeling.
Treeknormen, prestatie-indicatoren, richtlijnen, accreditatie en dergelijke waarborgen het evenwicht in de medisch specialistische zorg voldoende. Daarmee, en met een miljoenenbesparing, kunnen we ons weer echt richten op kwaliteit van zorg.
Oosterhout, oktober 2006
J. de Lint, orthopedisch chirurg
- Er zijn nog geen reacties