De coassistent, 9 types – welke ben jij?

‘De coassistent.’ Een jongvolwassen man/vrouw zonder sociaal leven die op de meest onhandige manier tot zeer onwaarschijnlijke diagnoses komt, infusen verkeerd prikt en altijd achter een ander loopt, vaak tot in het toilet aan toe. Voordat ik aan de coschappen begon, was dit mijn vooroordeel ingegeven door films, verhalen van ouderejaars en onderwijs. De afgelopen twee jaar heb ik met eigen ogen ondervonden dat ‘de coassistent’ niet in een eenduidige definitie te vatten valt. Tot nog toe heb ik de negen onderstaande types kunnen onderscheiden.

De gen Z’er

Is onzichtbaar gedurende het coschap voor de medeco’s maar weet op de juiste momenten te pieken. Meldt zich de helft van de tijd ziek of komt simpelweg niet opdagen. Haalt wonderbaarlijk genoeg ieder coschap weer zonder klacht of aanstoot. Vindt deze positieve beoordelingen dan ook gerechtvaardigd gezien de vrije dagen die worden opgenomen in het kader van zijn/haar ‘mental health’.

De wannabe

Denkt dat hij/zij al arts-assistent is. Praat louter in jargon, begrijpt lekentaal niet. Is iets te amicaal richting de verpleging. Heeft de grootste verhalen tijdens onderwijsdagen. Is zó toe aan afgestudeerd zijn. Heeft aftelkalender boven het bed hangen. Irritant slim.

De musculus-gluteus-maximuslikker

Wordt chirurg, althans zo meldt hij/zij het aan iedereen die het wel en niet horen wil. Lacht heel hard om grappen van stafleden, luncht het liefst met de artsen en negeert medeco’s. Bereidt ok’s beter voor dan de operateur. Kent anatomische structuren die in de literatuur nog niet eens beschreven zijn.

De Uitblinker met hoofdletter U

Haalt voor ieder coschap een uitmuntend. De uitmuntend is inmiddels zijn/haar persoonlijkheid geworden. Dekt zich voorafgaand aan een beoordeling vast in, mocht de uitmuntend om welke reden dan ook niet behaald worden. Gebeurt echter nooit. Redder in nood bij een vragenvuur van de specialist. Uomo universale (gek genoeg ook met de U).

De flierefluiter

Heeft geen idee wat er gebeurt. Weet niet eens wat hij/zij niet weet. Mist besprekingen, poli’s, deadlines etc. maar niet uit kwade wil. Struikelt over zijn/haar klompen en steekt katheters consequent in het verkeerde gat. Is meestal voor 16.00 uur pleite. Heeft ondanks alles een grote gunfactor over zich.

De manische

Switcht ieder coschap weer van toekomstvisie omdat ALLES geweldig is. Scoort alleen maar goede feedbackformulieren, niet door zijn/haar intelligentie maar wel wegens voortreffelijke sociale vaardigheden. Verliest zich volledig in het coschap. Ouders maken zich lichtelijk zorgen.

De borrelkoning

Enorme zweet- en alcoholfoetor gedurende de overdracht. Schoenen zijn ranzig en steken erg bruin af tegen de witte jas. Doet overdag op tactische momenten korte dutjes. Is beste maten met de grootste bal onder de stafleden, die mateloos hunkert naar de onbezonnenheid van zijn/haar studentenjaren. Doet uitspraken als ‘mooi man’.

De twijfelaar

Heeft erg veel moeite met de hiërarchie of de cultuur in het ziekenhuis. Coschap lopen is slechts bijzaak in het alledaagse bestaan. Twijfelt of hij/zij eigenlijk wel arts wil worden. Toont niet veel interesse. Is stiekem ook bang voor bloed. Soms heel suf, soms heel cool.

De stresskip

Cortisollevels door het dak. Heeft al gestudeerd voor het eindtentamen van het volgende coschap. Enige geneeskundestudent die al zijn boeken uit het plastic heeft gehaald. Heeft de reisplanner van NS uit het hoofd geleerd om nooit te laat te hoeven komen. Erg lief, maar huilt snel.

De coassistent, welke ben jij?

PS: Mochten mijn vrienden zich in deze types herkennen – alles is fictie, maar dank voor de inspiratie en de lachbuien om jullie (en mijn) typische acties.